Een grote glimlach siert het gezicht van Olaf Harmsen. De 45-jarige Bosschenaar heeft het prima naar zijn zin bij de technische en administratieve keuringen voor de start van de Dakar Rally 2021. “Ik ben zoveel relaxter dan vorig jaar”, vertelt hij in de schaduw van het Koning Abdullah Stadion in Djedda.
Harmsen is al twee weken in Saoedi-Arabië, waar hij met teamgenoten van het BAS Dakar Team trainde in de buurt van de hoofdstad Riyadh. “Heerlijk gereden. Veel zand en duinen, maar ook veel stenenpartijen. Het is fijn om daar meer vertrouwd mee te zijn en fijn om gewoon lekker op de motor te zitten. Een goede voorbereiding geeft veel vertrouwen.”
Ondanks dat hij al twee weken in het land is, moest Harmsen net als iedereen twee dagen in quarantaine en vervolgens een nieuwe PCR-test ondergaan. Alleen met twee negatieve Covid-testresultaten krijgen de deelnemers hun definitieve startbewijs voor de Dakar. Harmsen rolde probleemloos door de formaliteiten bij het grote Koning Abdullah Stadion in Djedda, waar morgen de podiumstart is, na afloop van een proloog van 11 kilometer om de startvolgorde te bepalen.
Harmsen kijkt er naar uit. “Ik verwacht dat de eerste etappe, zondag, een technische proef is, maar dat we vanaf dag 2 veel zand en duinen krijgen. Dat heb ik vorig jaar gemist, dus ik ben blij dat er nu al vroeg in de rally zulk terrein komt.”
Andere vergelijkingen met vorig jaar lopen mank wat Harmsen betreft. Alles is anders. “Toen was ik ziek bij de start en kon ik geen moment in het ritme komen. Daardoor ben ik fouten gaan maken en ben ik op dag 3 gevallen. Daar heb ik veel van geleerd. De belangrijkste les van vorig jaar is om rustig aan te doen, op 70 tot 80 procent van mijn kunnen te rijden en me niet te laten verleiden harder te gaan dan ik eigenlijk wil. Finishen is het allerbelangrijkste.”