De finale van het Belgisch kampioenschap in Walcourt telde voor de Nederlandse rijders mee voor het Nederlands kampioenschap.
Het was droog en stoffig, wat zorgde voor een ‘gladde bende’. Stof kan namelijk net zo glad zijn als modder. “Daarbij is het ook niet zo fijn rijden met een neus vol ‘stofsnot’ en slecht zicht.”
Hans vertelde na de wedstrijd dat dat soms net zo erg kan zijn als mist. “Stof is verraderlijk en soms schat je daardoor een bepaalde situatie niet helemaal goed in. Maar iedereen heeft er last van dus je moet er altijd maar het beste van zien te maken.”
“Ik heb in het begin niet hard zat gereden.”
“Ik kan van alles de schuld geven, maar ik heb het meteen in het begin laten liggen. Niet goed genoeg erbij vanaf de eerste seconde en dan loop je meteen achterstand op. Ik zat verder wel heel lekker in mijn ritme en dat is het belangrijkste.”
Deze wedstrijd was te kort om nog iets te kunnen doen
De totale geklokte tijd van deze enduro was slechts 28 minuten en 42 seconden. Als je dan in het begin meteen 5 seconden mist op de concurrentie, heb je in zo’n korte wedstrijd weinig tijd om dat weer terug te pakken,” zucht Hans. “Maar al met al ben ik wel tevreden hoor, een tweede plaats is niet waar ik voor kwam, maar ik heb mooi foutloos gereden. Alleen in de eerste proef heb ik me door de snelheid van mijn concurrent laten foppen.”
Een weekend rust en dan staat op zaterdag 5 Oktober de enduro van Hellendoorn weer op het programma. Spektakel is daar altijd wel gegarandeerd dus Hans heeft er weer zin in!