In zijn tweede echte woestijnrally, de Tuareg Rally 2017, is Varssevelder Kay-Arne Bulsink als vierde geëindigd. De 23-jarige HBO-student Vastgoed en Makelaardij startte opnieuw in het Memo-team van Benny Migchelbrink uit Ulft. Afgelopen winter werd er een eigen rallymotor gebouwd en na een dag of vijf trainen in Nederland ging hij zondag 19 maart in het Marokkaanse Midelt van start voor zijn tweede grote avontuur.
Kay-Arne: “Vorig jaar heb ik via Memo Tours een keer mogen proeven aan een Marokkaanse woestijnrally en dat smaakte naar meer. Het rijden en het navigeren blijken me goed af te gaan, zodat we de zaken voor 2017 wat serieuzer hebben aangepakt. We hebben een nieuwe rallymotor opgebouwd. Wij zijn de eersten die een nieuwe 2017-Husqvarna 450 hebben omgebouwd en dat bleek achteraf ook meteen het probleem. Voor zo’n hele nieuwe motor is nog niets te koop en moet je dus alles zelf uitvinden en pas maken. We hebben vooraf vijf dagen uitgebreid in Nederland getest en dat ging prima, maar in de woestijn gelden echt andere wetten. In de allereerste etappe brak na 40 kilometer hobbelen over de stenen en het kamelengras dus al een steun van de achterste benzinetank, waardoor die lek raakte. Dat was een lelijke streep door de rekening. Uiteindelijk bereikte ik die dag als 19e de finish; dat was best een domper. Bovendien had ik nu voor de rest van de rally eigenlijk te weinig benzine bij me in de 12 liter voortank. Je moet namelijk minimaal 18 liter bij je hebben om in het mulle zand de voorgeschreven actieradius van 180 km te hebben.”
Ondanks het handicap van een te kleine tank wist Bulsink met een iets rustigere rijstijl – en drie flessen benzine in zijn rugzak – toch een goede opmars te maken: “Het rijden ging lekker en het navigeren kostte geen enkele moeite. We begonnen in het noorden van Marokko, staken de Hoge Atlas waar zelfs nog sneeuw lag over, om uiteindelijk via een woestijnbivak in Merzouga, tegen de Algerijnse grens, aan te komen. Daar reden we drie dagetappes in de zandduinen van de Erg Chebbi woestijn. Het hoogste duin is daar 300 meter, echt heel imposant! In het zand heb ik geen gekke dingen gedaan, maar wist ik wel constant in de top-5 te eindigen. Één etappe werd ik nipt tweede achter de Duitser Thorsten Kaiser, die de rally al voor de vijftiende keer reed en nu ook al voor de vijfde keer won. Dat is zo’n Marokko-specialist, die elk paadje en elke zandduin daar bijna uit zijn hoofd kent. Op de laatste dag in de Erg Chebbi-woestijn reed ik probleemloos het hoogste duin op, waar die dag de finish was. Daarmee klom ik op naar de vierde plaats in het tussenklassement, op een kwartiertje van de Belg Mathieu Delmotte. Kaiser en ook de hele ervaren Fransman Dominique Robin stonden toen al ver voor op de eerste en tweede plaats, maar de derde plaats leek op zich nog wel mogelijk.”
De laatste twee dagen voerde de rallykaravaan weer helemaal naar het noorden, naar Saïdia aan de Middellandse zee waar de finish was. Andermaal ging het dus de hoge Atlas over. “Dat waren hele lange dagen. De laatste dag moesten we bijvoorbeeld 620 kilometer rijden door de bergen, een afwisselende rit met snelle stukken maar ook met hele smalle geitenpaadjes. Ik deed daar elf-en-een-half uur over. De eerste special van die dag was trouwens 70 kilometer lang en die reed ik in 51 minuten, dus dik 82 km/uur gemiddeld! Die ochtend zaten we al om 6 uur op de motor; toen vroor het nog 5 graden. Met dikke handschoenen, een extra trui en een opengeknipte vuilniszak onder mijn motorjas was het nog steeds enorm koud. Maar wel onbeschrijfelijk mooi, als je over zo’n bergkam rijdt en je de zon langzaam ziet opkomen. De route was echt prachtig, maar wel loodzwaar. Nog steeds kon ik door mijn kleine benzinetank niet onbezorgd voluit rijden, dus die derde plaats had ik al uit mijn hoofd gezet. De vijfde man stond meer dan een uur achter me, dus daar hoefde ik niet bang voor te zijn. Uiteindelijk werd ik dus op 16 minuten vierde in het eindklassement en daar ben ik toch heel erg blij mee. Vooraf had ik ervoor getekend. Er deden relatief veel snelle, ervaren rallyrijders mee, vooral uit Italië en Zweden. Bovendien was de rally echt veel zwaarder dan voorheen. De laatste jaren was dit een beetje een vakantie-rally geworden, maar dit jaar heeft de Duitse organisatie het compleet over een andere boeg gegooid, want men wilde er weer een echte, serieuze wedstrijd van maken. Met bijna 2.300 km lengte, zeven zware etappes en 500 km zandduinen zijn ze daar goed in geslaagd.”
De vierde plaats smaakt natuurlijk naar meer, zeker omdat Kay-Arne voor rallybegrippen nog erg jong is? “Ik hoop zeker nog meer rally’s te gaan rijden, maar de komende maanden ga ik me eerst even concentreren op het afstudeerproject van mijn HBO-studie. Daarna hoop ik in de tweede helft van dit jaar zeker nog één of twee rally’s te gaan rijden. Ik ga dit spelletje steeds leuker vinden! Ik wil tot slot mijn ouders, Memo Tours, Albert Mellendijk Motorparts en rallymonteurs Rik Slijkhuis en Gerwin Messink enorm bedanken, want zonder hen had ik deze mooie vierde plaats niet kunnen behalen.”