1. Wat bijna niemand weet is dat de Dakar rally altijd begint met ‘de brief’. Wil jij dat eens toelichten en kun jij jouw eerste nog herinneren?
“Ja, van oudsher opende de inschrijving op 1 juni en niet direct die dag inschrijven – in 2006 was dat nog gewoon handmatig papieren invullen en aangetekend per post opsturen, nu uiteraard per mail – dan was je al te laat. Want Dakardeelname is een selectie.
Toen was het volgens mij zo dat ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Nu moet je echt aan allerlei vereisten voldoen en ook een bepaald ‘rij-niveau’ aantonen voor de organisatie zich over je toelating gaat buigen. Er is altijd al een beperkt aantal plaatsen geweest, dat varieert per jaar, maar je bent nooit 100% zeker van je deelname en toelating, totdat je ‘de brief’ ontvangt.
En die eerste brief dat weet ik echt nog heel goed. Ik studeerde en woonde toen nog op kamers in Groningen en werd gebeld met de vraag of ik ‘de brief’ had ontvangen. Bijna iedereen binnen mijn team had hem al ontvangen. Op dat moment was er bij ons in Borne niemand thuis en ik zou en móest weten of die brief ook bij mij op de deurmat lag. Het was donderdag en op vrijdag zou ik sowieso weer naar huis gaan, maar toch kon ik die ene dag niet wachten. Ik ben om een uurtje of acht ’s avonds in de auto gestapt en naar huis gereden (2 uur rijden). En… ik had ‘de brief’! En ik was toegelaten! Ik ben na een kwartier weer omgedraaid en terug naar Groningen gereden want ik had de volgende dag nog les. Ik heb ’s avonds mijn broer en moeder gebeld én mijn team natuurlijk. ‘Ik ben toegelaten, IK GA NAAR DAKAR!’ Mijn adrenaline-level zat zo hoog dat ik ’s nachts geen oog heb dichtgedaan.”
2. In 2006 reed jij je eerste Dakar in Afrika, daarna heb je een aantal edities in Zuid-Amerika gereden en tegenwoordig wordt de rally in Saudi-Arabië georganiseerd. 2023 wordt jouw tiende deelname, het is bijna niet te vergelijken maar kun jij je nog herinneren hoe jij jouw eerste Dakar inging en hoe jij de rally tegenwoordig ingaat?
“Haha, ja dat is echt geen vergelijk. Die heerlijke onbevangenheid in 2006. Ik had mij op mijn manier echt super goed voorbereid, maar feit is, je hebt echt geen idee wat je allemaal te wachten staat. Hoe lang de dagen kunnen zijn. Hoe groot de woestijn. Hoe donker de nacht. En hoe vermoeit het lichaam.
Maar, ik werd verliefd op de rally en de woestijn; Die uitdaging. Die uitputting. Het uiterste van jezelf vragen. Jezelf honderd keer op een dag tegenkomen. Geen idee waar naartoe of hoe lang nog. Maar je ziet sporen en het is nog niet donker, dus gewoon ‘dom door blijven rijden’. Het houdt vanzelf ergens een keer op.
Eén van mijn meest bijzondere herinneringen uit mijn eerste Dakar in 2006 is ‘de zwaailamp’. Tegenwoordig heb ik er niet meer mee te maken, maar mijn eerste Dakar…
Bij de finish van de special zet de organisatie altijd een metershoge paal neer met daarbovenop een oranje zwaailamp. En wanneer je dan, in het donker, na 14, 16, of zelfs meer dan 18 uur rijden die lamp in zicht krijgt, dat is een gevoel, ik kan het niet uitleggen…
En dan nu? Ik heb nu natuurlijk zoveel meer ervaring en ben zoveel volwassener en professioneler geworden. Maar ik leer nog ieder jaar nieuwe dingen bij! Het maakt niet uit hoe lang je al meedraait zolang je er maar voor open staat.
Maar Dakar uitrijden is nog altijd geen vanzelfsprekendheid hoor, dat wordt wel eens vergeten. Dakar heeft zijn eigen wetten en nog steeds heb je altijd dat laatste, kleine beetje geluk nodig. Wanneer je vol gas een heuveltje over rijdt en aan de achterzijde net rakelings langs een steen rijdt. Of wanneer je net dat ene greppeltje wél op tijd ziet. En zo kan ik nog wel duizend-en-één voorbeelden opnoemen.
De grootste verschillen tussen toen en nu is; toen verwachtte niemand dat ik hem uit zou rijden, nu verwacht iedereen dat ik hem uitrijd. En dat vind ik soms best wel eens lastig. Dan denk ik ‘hey, ook ik kan gewoon uitvallen hoor’.
Er zei eens iemand; ‘jouw pech is dat je het altijd goed doet en dat het er bij jou ook nog makkelijk uitziet. Jij stapt soms na een rit van 800 kilometer van de motor af en dan lijkt het alsof je net een uurtje gereden hebt. Dat geeft een vertekend beeld en daardoor zien heel veel mensen niet meer hoe moeilijk het echt is’. Er wordt van mij ‘verwacht’ dat ik Dakar elk jaar zomaar weer ‘even’ uitrijdt.
Het grootste verschil tussen toen en nu is; in 2006 en 2007 kwam ik voor het avontuur, nu kom ik toch voor de prestatie. Het liefst rij ik van begin tot eind een hele saaie rally, waarin ik niets bijzonders meemaak. Want dán heb ik een hele goede Dakar. Maar of je wilt of niet, je krijgt er altijd het avontuur bij.”
3. Op welke prestatie ben jij persoonlijk het meest trots?
“Hier zou je misschien het volgende antwoord verwachten; dat ik de eerste Nederlandse dame ooit ben die met de motor de Dakar reed en bij mijn eerste deelname slechts 22 jaar oud was en net afgestudeerd. En dat ik de enige dame ter wereld ben die met de motor op alle drie de continenten (Afrika, Zuid-Amerika en Azië) heeft deelgenomen én de rally wist te finishen. Dat zijn prestaties waar met enige regelmaat over geschreven wordt en wat men als iets bijzonder ziet.
Maar voor mij persoonlijk zijn het niet zozeer die prestaties. Iedere Dakar gebeuren er bijzondere dingen waar ik ‘succesvol of niet’ met trots op terug kan kijken. Goede klasseringen, andere rijders onderweg kunnen helpen, een duinenpartij doorsteken waar je eerst voorstaat en denkt ‘dit kan toch nooit’, een bijna foutloze rally rijden, een rally met heel veel tegenslagen toch weten te finishen, enzovoorts. De ‘dagelijkse’ Dakar dingen zeg maar.”
4. Oké, maar als jij er dan toch één specifieke prestatie uit moet halen? Wat zie jij dan zelf als jouw grootste prestatie?
“In dat geval; dat ik er na zoveel jaren nog steeds sta, en ook nog eens op dit niveau. Ieder jaar gaat het weer ‘n stap harder en ieder jaar kan ik daarin mee. Het is echt niet zozeer één specifieke prestatie, maar meer het hele proces. De ontwikkeling die ik door heb gemaakt. Ik ben letterlijk en figuurlijk volwassen geworden in Dakar. Niet alleen als sporter, maar ook als mens. En dat is zeker iets waar ik trots op ben. Ik weet dat wanneer het er echt op aankomt ik er sta.
Zoals Allard Kalff het ooit mooi verwoorde: ‘dat meisje uit 2006 is een stoere vrouw geworden waar menig man zich aan op kan trekken’. Daar ben ik trots op.”
5. Heb je van iets spijt waar het de Dakar aangaat?
“Nee, gek genoeg niet, als ik zo terugkijk dan kan ik alleen maar tot de conclusie komen wat voor een geluksvogel ik ben dat ik ooit in deze wereld terecht ben gekomen. Het enige wat ik wel moeilijk vind en altijd lastig heb gevonden is dat eeuwige gevoel dat ik zoveel mensen uit mijn directe omgeving tekortdoe. Dakar vergt niet alleen heel veel tijd en energie van mij, maar ook van heel veel mensen om mij heen. Mijn familie, vrienden, trainer, sponsoren, iedereen die mij met raad en daad bijstaat, draagt op zijn of haar manier iets bij aan mijn prestatie en ik heb altijd het idee dat ik niet genoeg voor hen terug kan doen en daar dus in tekortschiet. Dat is dan weliswaar geen ‘spijt’, maar wel het eerste dat hier in mij opkomt.”
6. Men vraagt zich wel eens af: weet jij waar jouw grens ligt? En ben je die al tegengekomen, denk je?
“Oei, dat is een goede. Dat weet ik eigenlijk niet, of ik die al ben tegengekomen? Ik denk het nog niet eigenlijk. Ik heb nog nooit op hoeven geven. In 2010 ben ik wel door een arts uit de rally gehaald, maar ook toen was ik er zelf nog niet klaar mee – maar even voor de duidelijkheid, soms moet je ook tegen jezelf beschermd worden – ik begrijp zijn beslissing wel, ook al was ik het er niet mee eens. Dus nee, ik denk niet dat ik weet waar die grens ligt en dat wil ik liever ook niet weten. Wat mij betreft; laat het allemaal maar lekker goed gaan, dan hoef ik die grens ook niet tegen te komen.”
7. Wat vind jij het moeilijkste als het gaat om deelname aan Dakar?
“Aan de start komen. Die eeuwige strijd om aan de start te komen en die uiteindelijk altijd ten koste gaat van je prestatie. Ik ben zo goed als de randvoorwaarden die ik voor mijzelf kan creëren.
Ik ben alles en iedereen om mij heen die mij op wat voor een manier dan ook ondersteunt zeer, zeer dankbaar. Ik zeg altijd, als ik aan de start van Dakar sta heb ik het moeilijkste gehad, dan hoef ik hem alleen nog maar uit te rijden.”
8. Waar haal je die drive nog steeds vandaan? Hou weet jij dit al zolang vol te houden?
“Oh dat is heel makkelijk. Ik hou wel van een sportieve uitdaging en Dakar is natuurlijk mijn grote passie. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik ben mij er zeer van bewust dat er maar weinig mensen zijn die de kans voor zichzelf weten te creëren in Dakar aan de start te kunnen en mogen staan.
En mijn eerste Dakar in Afrika, die was uiteindelijk zo magisch. Ik kwam iedere dag in het donker binnen, iedere dag met schade, iedere dag als laatste van mijn team. En dat deed mij allemaal niets, want hé, ik was er toch weer? Ik had gewoon weer een dag gehaald. Afvinken en op naar de volgende. Wat was dat een ervaring. Als ik naga hoe ik toen reed en nu dan vraag ik mij nog regelmatig af hoe ik de Dakar toen überhaupt heb kunnen uitrijden. Daar had ik eigenlijk de rijkwaliteiten en de ervaring helemaal niet voor. Maar… ‘I was living the dream’ en vloog op een hele grote roze wolk de Dakar door. En dat is nu nog steeds niet zo heel erg veel anders. Natuurlijk sta ik er wel heel anders in, maar nog steeds besef ik mij hoe bijzonder het is op dit niveau, met de besten ter wereld, deze uitdaging, de zwaarste rally ter wereld, aan te mogen gaan.
Wat voor mij ook heel motiverend werkt is de vraag ‘hoe kan het nog beter?’ Dag in dag uit ben ik daarmee bezig. Ik ben ervan overtuigd dat je nooit ‘klaar’ bent met leren en jezelf en het materiaal te ontwikkelen. En ondanks al mijn ervaring – of misschien juist wel dankzij – word ik door die mindset nog steeds ieder jaar beter.
En wanneer het dan echt even een keer iets minder gaat, want het gaat natuurlijk nooit alleen maar over rozen, dan heb ik altijd nog al die geweldige mensen om mij heen die mij dan wel weer weten te helpen en weten te motiveren.”
9. Wat is volgens jouzelf jouw grootste tekortkoming? En je sterkste punt?
“Phoe, daar heb ik er wel meer van, tekortkomingen. Maar ik mag van beide maar één ding kiezen? En het moet over Dakar gaan hè?
Dan ga ik toch voor mijn verkoop skills, of het gebrek daaraan. Ik hoor nu mensen denken ‘wat heeft dat nu met Dakar te maken?’ Nou, heel erg veel, want ik ben afhankelijk van sponsoren.
Ik heb teamgenoten gehad die zich konden verkopen als wereldkampioen en nog geen deuk in een pakje boter konden rijden. Maar die wel op die manier mensen aan zich wisten te binden en ook veel sneller hun budget, en meer, voor elkaar hadden. Ik ben wat dat betreft misschien wel te bescheiden. Letterlijk en figuurlijk een ‘te’ nuchtere Tukker. Ik vind het niet bijzonder wat ik doe, ik beloof geen gouden bergen en al helemaal geen dingen die ik niet waar kan maken. Het enige dat ik kan zeggen is; kijk maar naar mijn verleden. Dat biedt nog steeds geen garantie voor de toekomst maar laat wel een heel goed en sterk patroon zien.
Mijn sterkste punt is mijn mentale gesteldheid. Ik heb een groot doorzettings- en relativeringsvermogen en kan de rust bewaren daar waar nodig, allemaal super kwaliteiten voor Dakar. En ik weet ondertussen dat, wanneer ik het moeilijk heb onderweg dat mijn concurrenten het nog veel moeilijker hebben. Neemt niet weg dat ook ik wel eens in situaties heb gezeten waarvan ik dacht ‘dit kan echt niet’ of ‘dit komt echt niet meer goed’. Maar daar zul je toch mee om moeten kunnen gaan.
Ik heb de dagen het liefst zo zwaar en moeilijk mogelijk. Er zijn heel veel rijders die prima motor kunnen rijden, maar hoe presteer jij als je niet meer weet waar je zit? Je concurrent je de hele dag zit op te jagen? Jij een technisch probleem krijgt? In een duinenpartij zit waar geen eind aan lijkt te komen? Jij door de vermoeidheid iets belangrijks bent vergeten, zoals tanken, eten of warme kleding? Maak jij onder druk of wanneer je in de problemen zit nog steeds de juiste beslissingen en keuzes? Dat is mijn ding en daar ben ik sterk in. En ik kan je garanderen, in Dakar loopt alles altijd net even iets anders dan je denkt en zou willen.
De dagen waar het kaf van het koren wordt gescheiden, dat zijn mijn dagen. Als het makkelijk is kan iedereen het.”
10. En, last but not least, what’s next?
“Ja, hè hè, dat vind ik dus een leuke vraag! Ik krijg steeds vaker de vraag wanneer ik ermee denk te stoppen? En dan denk ik; hoezo stoppen?
Ik heb het gevoel dat ik nog maar net begonnen ben. Vorig jaar werd ik voor het eerst Wereldkampioen, wat dat betreft ben ik dus een laatbloeier. Maar ik heb echt juist de laatste jaren grote stappen vooruit weten te maken. Ik ben nu zoveel beter dan bijvoorbeeld 5 jaar geleden en nog steeds word ik ieder jaar beter en sterker.
Uiteraard heb ik de komende Dakar weer op het vizier staan in januari 2023. Daarnaast zit ik nu nog midden in het WK Baja seizoen waar ik de titelverdediger ben. De finale hiervan wordt in December in Dubai verreden. En zelfs in het WK Cross-Country Rally maak ik nog kans op de wereldtitel.
Dus… Ik ben er nog lang niet klaar mee en hoop jullie ook nog heel wat jaartjes te vermaken met mijn Dakar avonturen terwijl jullie aan de buis gekluisterd zitten!”